Recent heeft Rutger IJntema onderzoek verricht onder fysiotherapie-organisaties naar de belangrijkste succescriteria. Anders gezegd: Hoe kan het dat de ene fysiotherapie-organisatie beter in staat is om te innoveren en succesvol te ondernemen dan de ander? Rutger: Niet om naar het straatje van IPF te praten, maar vernieuwen en innoveren lijken belangrijke voorwaarden voor succes te zijn.” “Het succes van een fysiotherapie-organisatie is af te meten aan onder andere goede vakinhoud, het volgen van richtlijnen en protocollen, behandelkwaliteit en patiënttevredenheid. Ook de financiële gezondheid van de fysiotherapie-organisatie, zoals kosten, inkomsten en voldoende innovatiebudget, zijn belangrijke succescriteria.”
Vermogen tot vernieuwen en innoveren
“Fysiotherapie-organisaties dragen bij aan de maatschappij. Dat is inmiddels ruimschoots bewezen. Alleen er is haast nooit onderzoek verricht hoe fysiotherapie-organisaties zelf streven naar succes. In de gezondheidszorg management literatuur is bijvoorbeeld amper informatie te vinden over het succesvol runnen van praktijk in de eerste lijn. Ik vind dit problematisch omdat in Nederland de meeste praktijken, namelijk zo’n 8000, eerstelijns zijn. Hiervan heeft meer dan 90% minder dan zes medewerkers. Deze kleine en potentieel wendbare organisaties verrichten belangrijk werk midden in de wijk waar mensen wonen en werken. Maar kunnen deze praktijken ook de grote veranderingen en hoge eisen in de gezondheidszorg aan? Hoe vertaal je deze grote veranderingen en hoge eisen naar een kleine praktijk in de wijk? Mijn onderzoek suggereert dat het vermogen tot vernieuwen en innoveren hierbij belangrijke voorwaarden zijn.”
Hoe pakken fysiotherapie-organisaties dit aan?
“Hoe pakken fysiotherapie-organisaties dit aan? Dit was een van de vragen in ons onderzoek. Fysiotherapie-organisaties, succesvol of niet, zetten in op dezelfde aspecten. Het belangrijkste aspect hierbij is vernieuwing en innovatie van de praktijkvoering. Met vernieuwing bedoelt men bijvoorbeeld scholing, personeelsvraagstukken, verbouwing praktijk, ontwikkelen richting blended-care, preventie en verbinden van zorg en welzijn op wijkniveau. Maar misschien nog wel belangrijker is het beschikken over een rijk en relevant netwerk dat mee wil veranderen. Ook een goed doordachte lange termijn strategie is erg belangrijk. Tevens is het snel kunnen reageren op de korte termijn kansen en problemen veel genoemd. Dit wordt door iedere praktijk, succesvol of minder succesvol, die meedeed aan het onderzoek gezien als voorwaarden voor succes.”
Wat zijn de vernieuwingsmogelijkheden voor fysiotherapie-organisaties?
“Succesvolle organisaties geven aan dat het hen lukt om te veranderen en te innoveren. Zij voelen zich wendbaar vanwege een rijke hoeveelheid aan vernieuwingsmogelijkheden. Ze weten deze mogelijkheden integraal aan te pakken. Waar het pijn gaat doen is dat de minder succesvolle praktijken aangeven dat ze de aspecten voor succes wel kennen, maar dat ze de tijd en middelen niet hebben om tot meer succes te komen. Zo komt bijvoorbeeld een rijk en relevant netwerk niet tot stand of zijn er geen mogelijkheden nieuw personeel met nieuwe kennis aan te nemen.”
Wat kan het IPF voor fysiotherapie-organisaties betekenen?
“Het IPF wil kennis en ervaring op het gebied van fysiotherapie vernieuwing en innovatie binnen de fysiotherapie bevorderen. Succesvolle fysiotherapie-organisaties zijn een voorbeeld voor minder succesvolle organisaties. Voorbeelden van innovatie laten zien, helpt. Hier kunnen we met zijn allen van leren. Uiteindelijk worden praktijken hier beter van, maar vooral de Nederlandse burger.”
*Het onderzoek is gedaan vanuit Rutger IJntema zijn functie als onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht in samenwerking met het UMC Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam.